Terug
Kuala Lumpur,
19 juni 2003
Hi. Ik ben nu in de hoofdstad van
Maleisië, Kuala Lumpur. Maar ik zal weer
verder gaan waar ik vorige keer ben geëindigd.
Op het eiland Ko Samui (Thailand)
zijn we nog een dag met een snorkeltour
naar Ang Thon National Marine Park geweest. Dat is de plaats waar de film
’The Beach’ is opgenomen. Ik heb er echt de vreemdste vissen
gezien, vissen die
op een voetbal leken en vissen die zo dun en zo lang waren als een balpen
enz.
Er waren ook mooie verlaten stranden, waar je net als in de film, relaxed
onder de palmbomen je lunch kunt eten.
Daarna zijn we (met tegenzin) van
Ko Samui afgegaan. Deze keer niet
naar Ko Phangan (waar de beruchte fullmoon party's zijn).
Er zijn nu weinig toeristen en de party zou deze keer volgens iedereen
niets
worden.
Na het strandleven waren we klaar voor het echte werk, de Thaise jungle
in
het weinig bezochte Khao Sok National Park. Met de bus zijn we via steden
waar
ze volgens mij nog nooit een blanke hadden gezien ernaar toe gereden.
In die steden was alles smerig. Bij het reisbureau waar we even een tussenstop
hadden, zat een man met vingernagels van 5 centimeter een salade te eten,
terwijl
de ratten onder zijn tafel liepen...
Het National Park was gelukkig beter.
We hadden er midden in het bos
een boomhut, met mooi uitzicht over de bergen en de jungle. Er was zelfs
een WC, maar toen Claudia deze openmaakte zat er tot haar grote schrik
een
dikke kikker in, die ik toen eruit heb moeten vissen...eerst een foto
van
gemaakt natuurlijk...
In het park hebben we een olifantentocht
gemaakt.
Was best leuk om op zo'n beest te zitten, maar niet echt comfortabel.
Daarna hebben we een 2-daagse tour in de jungle gedaan, waar we in
een drijvende hut op een meer hebben geslapen. Er zitten namelijk apen,
wilde
olifanten, tijgers en zwijnen in het bos, die ook wel eens in de hut willen
komen.
Veel slaap heb ik niet gehad, want de hele nacht word je wakker gehouden
door exotische vogelgeluiden en schreeuwende apen. Maar wel indrukwekkend.
De nacht was sowieso al kort, omdat we met wat locals uit de jungle het
lokale
voedsel en whisky hebben geproefd.
We hebben we de halve nacht in de jungle van Thailand gedronken, gelachen
en zelfs gedanst op Thaise muziek met de locals. Echt cool. Ook voor hun,
want volgens mij zien ze niet zoveel buitenlanders. Toen ik er in mijn
T-shirt
zat, vonden ze de haren op mijn armen erg interessant.
Thaise mensen hebben van nature namelijk nooit haren op armen en benen.
En toen ze de haren op mijn armen zagen kwamen ze allemaal kijken en moesten
ze
lachen. "Hair like monkey" zeiden ze in gebrekkig Engels.
De jungle wandeling de dag erna was
super. Door de dichte bebossing, door
rivieren lopen enz... Er waren veel rare insecten te zien tijdens de wandeling,
veel vlinders, spinnen, slangen en muggen. Ik kwam er na afloop pas achter
dat ook de beruchte malariamug er voorkwam. Had dus niet mijn pillen
geslikt...
Op de helft van de wandeling
gingen we een grot in die vol zat met vleermuizen,
sprinkhanen en waar zo veel (ongevaarlijke) spinnen zaten van zo'n 10
cm, dat
ze tijdens het lopen gewoon over je schoenen en broekspijpen lopen. Claudia
had het op een gegeven moment niet meer en toen zijn we helaas moeten
omdraaien.
Na een volgende tocht door de jungle
zag ik dat mijn broek vol bloed zat.
Toen ik mijn broekspijpen omhoog trok zag ik dat er op elk been dikke
bloedzuigers zaten, echt smerige beesten... Maar een aansteker doet wonderen,
alhoewel als je ze "aansteekt", blijven ze zolang op je been
zitten tot ze koken,
dan laten ze pas los.
Het was een lange weg door de jungle, en de gids at de hele tijd
cocabladeren...
"Keeps me strong, gives me energy" zei hij...
Na de tweede dag weer terug naar de
boomhut, in de achterbak van een pick-up.
Er waren best aparte dingen te zien op de weg, buiten de huizen van de
lokale
bevolking, was er op een gegeven moment de weg half afgezet met een bord
"roadwork" en daarnaast stond een olifant de bomen langs de
weg om te duwen...
Na Kao Sok gingen we verder naar Ao
Nang, naast Krabi, aan de westkust van
Thailand. De 4 uur durende reis met de lokale bus (we wisten geen andere
manier) ernaartoe was ook heel apart. Je hoort de bus in de verte aankomen,
als die begint te toeteren. Je moet dan al je spullen klaar houden, voor
2 mensen die de hele rit uit de deur hangen.
Tijdens het rijden van de bus pakken die je spullen, gooien het de bus
in op een
open plek en dan moet je er zelf nog inspringen...
Binnenin zit dan de armste bevolking van Thailand, die geen geld heeft
voor een aircon-bus.
De bus was goed vol en ik zat naast iemand die eruit zag alsof hij zich
al een jaar
lang niet gewassen had, bijna geen tanden meer had en die rook alsof hij
zijn hele broek
had volgepoept. En daar zit je dan 4 uren naast...
Aangekomen in Ao Nang regende het
(in de westkust van Thailand is het momenteel
regenseizoen).
Dus hebben we meteen een busreis geboekt naar Kuala Lumpur, waar we dus
nu zijn.
Best een interessante stad, met veel
wolkenkrabbers, inclusief de hoogste twin towers
ter wereld, de Petronas Towers, waar we vandaag zijn geweest.
Morgen gaan we naar de bekende Perhentian Islands, de 2 mooiste tropische
eilanden van Maleisië.
Buiten wat sightseeing heb ik ook
mijn ticket veranderd, omdat het geld nu
echt bijna op is. Kom nu definitief over ruim 2 weken naar huis.
Zaterdag 5 juli, om half 7 's morgens ben ik weer in Amsterdam.
Groeten,
Rob
Lunch op een van de vele stranden
van Ang Thon National Marine Park
Werken in de regen, Surat
Thani
Apen kijken
Elephant Trekking
Onze accomodatie in Khao Sok
Les in Thaise dans in de jungle
van Khao Sok NP
Whiskey en Thais eten met
de locals
De trektocht door de jungle
van Khao Sok NP
Het hoogste gebouw ter wereld,
de Petronas Towers in Kuala Lumpur
Een gangster die de straten
van Kuala Lumpur onveilig maakt
Terug